
Ja, ook dit is zo’n karakteristieke kiek die ik maakte met mijn toén nieuwe Agfa Click. Een camera waarin je een rolfilm stopte met de mogelijkheid van 12 opnamen. De afdrukken met witte rand, zo’n 8½ x 8½ cm, vierkant formaat. Ik denk dat dit een foto is van mijn allereerste fotorolletje. Geen wereldopname, maar ik was er blij mee, mooi dat er “iets herkenbaars” op stond…. Voor het laten ontwikkelen en afdrukken ging ik naar Winschoten, naar Foto Meijer en ja, ik ben ook een keer naar Luppes in Scheemda geweest. Hemmo ging meestal naar Friedel Tahl in de Torenstraat in Winschoten, maar op de een of andere manier ‘durfde’ ik dat niet… Dacht dat ze me zouden uitlachen, met mijn eerste huis-tuin-en-keuken-kiekjes…
Op de foto staat moeke in haar ‘goeie jurk’ een steel vast te houden op het onverharde pad aan de rand van de voortuin, Niesoordlaan 59. Aan de steel zit denk ik een hark, geen bezem en ook geen “padschovvel”, die had een langere steel met een scheve houten knop. Pa bukt zich, is met ‘iets’ bezig…. (Oh, beginnend fotograaf…..)
Op de achtergrond broer Hemmo met zijn toenmalige haardos, de modieuze vetkuif. (Had James Dean ook niet zo’n prachtige haardracht?) Ik denk dat ik de foto nog enigszins heb geredigeerd. Moeke ging zich nooit op deze manier met tuinwerk bezig houden. Wat Hemmo op zijn linkerschouder draagt, is me ook niet meer duidelijk. Achter hem in ieder geval een seringenstruik, die hoorde bij ons huis, hadden we in de woningbouw ook. Bracht geluk, een seringenstruik niet te ver van de achterdeur…..
Pa heeft zijn blauwe ‘buis’ aan, zo’n kort jasje met heel wat zakken waarin hij zijn pijp kon bewaren, en zijn mes (zonder heft). Dat mes gebruikte hij om bijvoorbeeld zorgvuldig madeliefjes en “hoanetoppen” uit het gazon te snijden. Later, toen ze bij ons bezoek kwamen, toen we in Zuidhorn woonden, deed hij dat ook in de voortuin aan de Burg. Cleveringalaan.
Het huis rechts op de kiek, nummer 61, werd toen bewoond door de familie Dijkhuis. Lammert Dijkhuis en Annie Smit, met hun kinderen Afina en Albert, later kwam Jurrie er nog bij. (Er is ook een kindje geweest met een open ruggetje, maar dat heeft niet lang geleefd). De kinderen kregen de voornamen van hun grootouders, zoals dat toen nog vaak gebeurde. Opa en oma Smit werden benoemd, en opa Albert Dijkhuis ook. (Bij ons ook: Mijn oudste broer Henk (= Hindrik) naar opa Hindrik Blaauw, heel vroeg overleden. Zus Gepke naar opoe Gepke De Groot-Hector, broer Hemmo naar opa Hemmo de Groot, ikzelf naar naar opoe Jantje Blaauw-Baas, d.w.z. ‘Jantje’ werd ‘Jan’. Kort maar krachtig.)
Het pad vanaf de weg (Niesoordlaan, een niet al te brede weg met populieren aan beide kanten) was, zoals gezegd, onverhard. Tussen Dijkhuis en ons een ligusterheg, en dat zal aan de kant van Bamberg, op 57, ook zo zijn geweest. Tussen pad en heg een smalle strook waar wel eens dahlia’s werden geplant. Er hebben waarschijnlijk wel andere planten gestaan, maar welke? Vanaf de straat was er ook een pad naar de voordeur, dat pad was betegeld, twee tegels breed, had niet over dus…. Langs de voorgevel ook een onverhard pad, om de ramen te kunnen schoonmaken, of om met mooi weer er een bank te plaatsen. In de voortuin zelf twee spiegelbeeldige perken met theerozen. Daartussen het gazon met in het midden een sierboompje, een klein blijvende prunus? Rozen vormden een echte liefhebberij voor pa. Heel zorgvuldig werd elke struik bekeken, op luis, op ziekte. (Desnoods kwam de DDT-stuifkoker eraan te pas). Dode bloemen werden tijdig weggeknipt en als de tijd voor de snoei er was, na de vorstperiode, gebeurde dat snoeien ook heel zorgzaam. Nog steeds zie ik het gebeuren, alsof het op film wordt vertoond….